Toen ik een jaar of vijftien was, ging ik graag naar allerlei musea. Ik kon gefascineerd uren ronddolen tussen de prachtige voorwerpen uit het verleden die waren opgesteld. Door de jaren heen sloop daar heel langzaam een verandering in, totdat ik me een paar jaar geleden realiseerde dat ik juist helemaal niet graag meer naar musea ging. Sterker nog, ik had er zelfs een beetje een hekel aan gekregen. Al die voorwerpen, opgesteld in een volkomen kunstmatige omgeving, kwamen voor mij niet meer tot leven. En de ervaringen van bezoeken aan musea met wanden vol met honderden vazen of speerpunten zonder enige tekst of uitleg hadden dit gevoel alleen maar versterkt. Bovendien krijg je zo weinig gevoel voor de plek waar voorwerpen vandaan waren gekomen of gevonden.
Aangenaam verrast door nieuwe Acropolis museum
Een beetje een negatieve instelling zou je kunnen zeggen voor iemand die regelmatig met studenten op reis is in het Mediterrane gebied en daar dan ook allerlei musea met hen bezoekt. Ik had duidelijk een positieve impuls nodig. En ik moet zeggen, een bezoek aan Griekenland heeft me die impuls gegeven. Toen ik twee jaar geleden in Athene was en daar voor het eerst het nieuwe Akropolis museum (geopend in 2009) bezocht, was ik aangenaam verrast. Niet alleen door het gebouw maar ook door de manier waarop de voorwerpen zijn opgesteld.
Het museum is dichtbij de Akropolis gebouwd en vanuit de lucht zie je dezelfde vorm in het dak als het Parthenon op de Akropolis. Door de vele glaswanden maakt het museum een open indruk. Die glaswanden zorgen er ook voor dat je op veel plekken vanuit het museum de Akropolis ziet en je daardoor verbonden voelt met de plek waar de voorwerpen vandaan komen. Mij spreekt die verbinding erg aan. Ook door de glazen vloeren wordt je in contact gebracht met de opgravingen onder het museum.
De bovenste verdieping wijkt in vorm af van de rest van het gebouw en is gebouwd naar de contouren van het Parthenon. Hier zijn ook de ornamentale sculpturen van het Parthenon, de zogenaamde friezen en metopen (veelal in kopie omdat de originelen nog altijd in het British Museum zijn), bevestigd op een manier zoals ze ook op het Parthenon bevestigd waren. Opnieuw wordt hiermee een verbinding met het antieke gebouw gesuggereerd.
Alles komt goed tot zijn recht
De grootte van het museum zorgt er ook voor dat de individuele voorwerpen zoals de prachtige standbeelden de ruimte krijgen en daarmee tot hun recht komen en hun verhaal kunnen vertellen. Niet eindeloze rijen met dezelfde soort beelden, waardoor je door het bomen het bos niet meer ziet, maar juist individueel opgesteld waardoor je gelegenheid krijgt om bij de voorwerpen letterlijk en figuurlijk stil te staan en er van dichtbij over te mijmeren.
Het langst heb ik uiteindelijk gestaan bij mijn favorieten, de Kariatiden, de vrouwenbeelden die als pilaar werden gebruikt bij het heiligdom van Erechteus op de Akropolis. Ik merkte daar ook dat mijn museumgevoel waarbij ik van alles ontdekte en in verwondering rondliep, niet was verdwenen.
Kortom, door dit bezoek aan Athene ben ik weer fan geworden van musea (nou ja, in ieder geval van het Akropolis museum!). Artikel uit Griekenland Magazine zomer 2014 van Daniëlle Slootjes.