Sparta

15 juni 2011   Bas Wanrooij

Sparta is een plek van legendarische koningen. Op het eerste gezicht is het majestueuze landschap het enige wat terug doet denken aan de hoogtijdagen van Sparta. Wie verder kijkt, vindt echter overal sporen van de fascinerende vorsten van weleer. De combinatie van de hoge bergen, de groene vallei en de boeiende opgravingen, maken het een prima bestemming voor liefhebbers van natuur en cultuur.

Het is gezellig druk in Sparta. We zijn duidelijk in een landbouwgebied. Tussen de kledingzaken, juweliers en kappers vind je ijzerhandels, die hun waar voor het oogstseizoen hebben uitgestald. Vaten voor olijfolie, kleine handzagen en grote elektrische zagen, zeil voor het opvangen van de olijven en harken in allerlei maten om de olijven de boom mee uit te krijgen. Laconia, waar Sparta de hoofdstad van is, staat bekend om zijn uitstekende olijfolie. Het moderne Sparta met zijn rechttoe-rechtaanstraten, dateert uit 1834. De Duiste Koning Otto, toen aan de macht, liet de stad bouwen op het antieke Sparta. Hij vernoemde de straten naar vorsten uit het verleden als Leonidou, Paleologou en Menelaou. Otto was een echte laconofiel: hij bewonderde Sparta, zijn cultuur en wetten. Bewondering voor Sparta was niet nieuw: ook in Athene – aartsvijand nummer één van Sparta – waren er in de vijfde eeuw voor Christus al laconofielen. De stad heeft altijd een aparte plaats ingenomen in het klassieke Griekenland. In zijn geheel eigen sociale systeem vervulden naast militaire training ook opvattingen over gelijkheid en striktheid een belangrijke rol. Vrouwen hadden meer rechten dan elders in het klassieke Griekenland. En het antieke Sparta telde een dubbel koningshuis. Twee koningen hielden elkaar in evenwicht : het systeem moest machtsmisbruik voorkomen. De beroemde wetgever Lycurgus voegde hier een senaat aan toe. Burgers hadden stemrecht bij belangrijke vraagstukken, maar het was de senaat die bepaalde of de bevolking om haar mening werd gevraagd. In tegenstelling tot de andere Griekse stadsstaten, waar koningen om de haverklap om zeep werden geholpen door jaloerse familieleden of andere rivalen, kende Sparta lange tijd stabiele regeringen waarbij heersers en burgers elkaar vertrouwden.

Laconiek

De oude Spartanen – heersers van Lakonia – formuleerden kort en bondig. Het woord laconiek verwijst naar deze eigenschap, alhoewel het woord in onze taal steeds meer gebruikt wordt in de betekenis van ‘onverschillig’. Beroemd is het antwoord van Koning Leonidas op de eis van de Perzische despoot Xerxes om de wapens in te leveren: ΜΟΛΩΝ ΛΑΒΕ, Kom ze maar halen! In 480 voor Christus vocht Leonidas bij Thermopylae met een klein leger tegen een gigantische Perzische legermacht. Leonidas dolf het onderspit, maar niet zonder een grote slachting te hebben aangericht onder de Perzen. Een jaar later wonnen de Grieken onder leiding van Sparta definitief de strijd van de Perzen in de slag bij Plateae. Aan het eind van Paleologos, een lange weg met een fraaie palmenrij die Sparta van noord naar zuid doorsnijdt, staat het standbeeld van Spartaanse vorst met op de sokkel zijn beroemde antwoord. Langs Thermopylon, net voorbij de kruising met de Leonidou, staat zijn grafmonument. Maar de meest tot de verbeelding sprekende herinnering aan Leonidas vinden we in het archeologisch museum van Sparta. Een prachtig marmeren beeld van een hopliet, een oud-Griekse soldaat, heeft zijn naam meegekregen.

Akropolis

Voorbij het standbeeld van Leonidas liggen de belangrijkste overblijfselen van de oude stad. De opgraving is vrij toegankelijk; er staat niet eens een hek omheen. Een boer snoeit zijn olijfbomen. Her en daar liggen grote stenen en stukken pilaar tussen de prachtige oude bomen. Op de akropolis, de bovenstad, heb je een magnifiek uitzicht over het oude theater, het nieuwe Sparta met het Taygetos-gebergte als decor. De resten die we zien, dateren vooral uit de Romeinse tijd. Van het Sparta uit de hoogtijdagen (650 – 371 voor Chr.) is weinig over, of in ieder geval weinig gevonden. Lokaal is men van mening dat de overheid – in Athene – geen geld wil besteden aan verdere opgravingen, uit angst dat bekend wordt dat Sparta misschien wel belangrijker was dan Athene. De rivaliteit tussen beide steden is blijkbaar nog niet verdwenen.

In de dertiende eeuw na Christus trekken de inwoners van Sparta – op de vlucht voor de Franken – zich terug op een steile heuvel op steenworpafstand van de oude stad, en stichten hier Mystras. Konstantinos XI Paleologos, koning van Mystras en de laatste keizer van het Byzantijnse rijk, wordt hier in 1449 tot keizer gekroond. Zijn standbeeld staat in het dorp aan de voet van de heuvel. Voor veel Grieken, en zeker voor Grieken die hun wortels hebben in Konstantinopol, het huidige Istanbul, is hij een held of zelfs een heilige. Hij was niet zo kort van stof als Leonidas, maar toen Paleologos door de Ottomanen gevraagd werd om de stad op te geven, was zijn antwoord: “Capitulatie van de stad aan u is niet aan mij noch aan een van de andere inwoners. Want wij zijn unaniem van mening dat we dan liever zouden sterven en ons leven niet sparen.” Paleologos stierf in 1453 in het harnas, strijdend samen met zijn soldaten op de muren van Konstantinopel.

Zeven jaar na de val van Konstantinopel valt ook Mystras in de handen van de Ottomanen. Vandaag de dag is Mystras met zijn kloosters, kerken en ruïnes een fascinerend openluchtmuseum, waar we al snel een halve dag zoet zijn. De oude stenen paden leiden ons langs stenen muren en deels gerestaureerde huizen, langs kleine kerkjes met kale muren, naar kerken waarin de pilaren majestueus omhoog rijzen en een aartsengel je doordringend aankijkt. Het paleis van Paleologos kunnen we helaas alleen vanaf de buitenkant bewonderen. Als de renovatie van het gebouw klaar is, wordt hier het Byzantijns museum van Mystras gevestigd. Dan kunnen we daar de prachtige iconen bewonderen die in de bloeitijd onder Paleologos en zijn voorgangers geschilderd werden.

Mythe of werkelijkheid

De legendarische koning Menelaos was koning van Sparta in de Myceense tijd, zo rond de dertiende eeuw voor Christus. Hij trouwde met Helena, dochter van de Spartaanse koning Tyndarius en de mooiste vrouw van de wereld. Toen de tijd was gekomen om Helena uit te huwelijken, waren er vele gegadigden uit heel Griekenland. Tyndarius durfde niet te kiezen uit vrees voor haat en nijd, maar Odysseus bedacht een oplossing. Hij liet alle jongemannen trouw zweren aan diegene die Helena als echtgenoot kreeg en Menelaos was de gelukkige. Toen Helena geschaakt werd door Paris en meegenomen maar Troje, deed haar man een beroep op deze eed. De Trojaanse oorlog die volgde, duurde tien jaar en daarna kon Menelaos zijn Helena weer mee naar zijn paleis nemen.

De locatie daarvan bleef echter lange tijd ongewis. Waar de homerische helden Nestor en Agamemnon huisden, was al lang en breed bekend en sinds enige tijd is ook duidelijk waar Penelope al die jaren wachtte op de terugkeer van haar Odysseus. Archeologen hebben lang gedacht dat Menelaos woonde op de plek waar nu een tempel staat om hem en Helena te eren in het dorp Menelaio. Bewijzen werden echter nooit gevonden.

Maar twaalf kilometer ten zuiden van Sparta, net na de afslag naar Xirokambi, ligt de Agios Vasiliosheuvel. Op deze strategische locatie in de vallei is de Griekse archeologische dienst bezig met een belangrijke opgraving. Kleitabletten met linear B – het schrift uit de Myceense tijd – duiden op een belangrijk paleis en bestuurlijk centrum. Het is een fascinerende plek, waar in de zomermaanden bijna dagelijks nieuwe muren en schatten worden blootgelegd uit de veertiende tot twaalfde eeuw voor Christus. Het is dan ook zeer waarschijnlijk dat dit de werkelijke locatie is waar Menelaos en Helena hun paleis hadden. Het wachten is op bewijzen.

Koninklijke route

Vanaf de Agios Vasiliosheuvel is het maar een paar kilometer naar Xirokambi, een levendig dorp met fraaie natuurstenen huizen aan de voet van het Taygetos-gebergte. We drinken een kop koffie op het gezellige dorpsplein, voordat we aan de laatste etappe van onze koninklijke speurtocht beginnen. Zeker tweeduizend jaar oud is de prachtige stenen boogbrug van Xirokambi. Hiermee behoort hij tot de oudste nog begaanbare bruggen in Europa. De brug is gebouwd aan het uiteinde van de Anakoloukloof, daar waar de rivier de Rasinas het dal instroomt. Gelukkig is hij redelijk breed, want de stenen balustrade is in de loop van de tijd verdwenen. De brug maakte onderdeel uit van de koninklijke route naar de haven Kardamyli, aan de andere kant van het Taygetos-gebergte. De weg gaat door een uitgestrekt woud, dat vandaag de dag nog altijd het Bos van de Koning (Δάσος Βασιλικής) wordt genoemd. De haven van Gythio was meer gemakkelijker te bereiken, maar vanwege strijd met steden in het zuiden van Lakonia werd de toegang tot die haven ontzegd.

Als we onze weg aan de andere kant van de brug vervolgen, komen we uit op een prachtige, holle weg. De olijfbomen toornen hoog boven ons uit. Zelfs zonder een vorst te paard heeft deze weg koninklijke allure. We laten de bergen achter ons en lopen over landweggetjes, langs nieuwsgierige schapen het dal in. Op het punt waar de route ons terugbrengt naar Xirokambi, staat de heilige boom van Faris. Een meer dan duizend jaar oude olijf met een omtrek van wel tien meter. Wie weet heeft hij Keizer Paleologos nog voorbij zien komen!