Zo groot als Texel. Drieduizend permanente en gastvrije inwoners. In het voorjaar één bloemenoceaan. In juli en augustus bezet gebied van de afstammelingen van geëmigreerde Kythirianen. Tot december paradijselijk zwemmen op veel verborgen stranden. Tientallen stille wandelpaden…. Rust, ruimte, licht en leven …. dat is Kythira.
In 1985 stond ons bivaktentje op Kaap Tainaron, het uiterste puntje van de Mani. Het was, in de taal van Homerus, een ambrosische nacht: een donkere hemel vol sterren en we keken op de grens van geluk hoe de zee langzaam kleurde naar roze en purper. De zon baarde een nieuwe dag en gaf aan de horizon de contouren van een eiland prijs. “Volgens de kaart is dat Kythira”, zei reisgezel Hettie, “en de dichter Solomos zegt dat je van hier de hanen op dat eiland kunt horen kraaien”.
Wij hoorden slechts de branding tegen de rotsen om ons heen maar het eiland van Aphrodite lokte onweerstaanbaar, en in de jaren daarna stond ons tentje er vaak, meestal in de sinaasappelboomgaard naast het droomhuis van Anna en Jurjen Koksma, op de helling boven Aghia Pelagia. De avondlange gesprekken in hun knusse huiskamer met piano, dressoir, slingerklok, kinderfoto”s, de boekjes van Carmiggelt en het wijde uitzicht op zee en Kaap Malea, waren boeiend.
Jurjen vertelde uitgebreid: “Jonge Kythirianen emigreerden, het land leverde niets op. De woelploeg, een stuk ijzer aan een olijftak, werd door vrouwen als een krabbende nagel over de steengrond getrokken. De zee was leeggevist en het eiland heeft geen klassieke tempels of andere toeristische melkkoeien. In 1958 zond de bisschop een noodkreet uit. Anna en ik reageerden. Een uitdaging. We organiseerden tussen 1960 en 1971 internationale werkkampen met enthousiaste jongeren, plantten met hen miljoenen bomen, legden waterleiding aan, bouwden scholen, wegen en zelfs een kaasfabriekje.
Anna schooide het geld bijeen, leerde de kinderen zuinig te zijn op alles wat groeit, regelde bejaardenzorg, trachtte de mensen bewust te maken van hun mogelijkheden en die van Kythira. Ontwikkelingswerk is een proces, je denkt in generaties. Wij hielpen zaaien. Oogsten moesten de Kythirianen zelf. We bouwden een bejaardenhuis in Potamos. Er komt geen mens, zeiden ze. Het was snel vol. De kinderen gingen naar Australië.”
“Ons eerste probleem in 1959 was natuurlijk de taal. In anderhalf jaar tijd waren we zo ver dat we ons verstaanbaar konden maken. Ik sprak in 1961 de bewoners van een dorp toe. Ze lachten zich te barsten om mijn gebrekkige Grieks, maar juist daardoor kon ik geloofwaardig uitleggen dat de slechte tarwe die ze verbouwden verlies opleverde. Jullie kunnen veevoer verbouwen en aan veeteelt doen en van de opbrengst tarwe in de Verenigde Staten kopen, dat levert winst op. Achter in het zaaltje stond een oude vrouw op en sprak historisch: “Maar het brood van onze eigen tarwe is toch veel lekkerder.”
Koksma bouwde vertrouwen op. December 1990 reden we samen over de grindweggetjes van het eiland. Twee boeren hadden hem gevraagd om een ruzie tussen hen te beslechten over de grens van hun land. Jurjen mepte een paaltje in de keiharde grond, vroeg mij om dat vijftig meter verder ook te doen, keek gewichtig door een kijker op statief, spande een touw en zei met stemverheffing en een ingelaste Hollandse krachtterm : “Dit is de grens tussen jullie land.
En vanaf nu houden jullie gvd op met ruziemaken.” De beide grondeigenaren gaven elkaar en ons tevreden een hand. De paaltjes staan er anno 2015 nog. Het kadaster in Athene weet van niks. Op Kythira wordt nog steeds met respect en dankbaarheid over het echtpaar Koksma gesproken. Hun graf op het kerkhofje van Anastasia tussen Potamos en Karavas was dit jaar ook voor mij een kleine bedevaart met krachtige herinnering.
De emigratiegolf na de Tweede Wereldoorlog had als bijwerking dat overzee zgn. Kythera-organisaties ontstonden die de band met hun geboortegrond behielden. Dans, muziek, herdenkingen, publicaties, giften uit de hele wereld… boven Kythira verscheen een privé helikopter van waaruit de honderden kerkjes in kaart werden gebracht. Toen ik afgelopen mei in mijn stille huisrestaurantje in Aghia Pelagia aan moeder Stella vroeg waarom er voor twintig mensen was gedekt, antwoordde ze: “Dat is voor de Aussies, volgende week komen er nog meer met vakantie. Daar is het winter”.
Nederlanders op Kythira
Er wonen anno 2015 meer dan twintig Nederlandse gezinnen op Kythira, al dan niet permanent. Ik bezoek er willekeurig twee stellen:
Jean en Ina Bingen
Jean en Ina Bingen wonen een groot deel van het jaar in Fatsadika. Jean was, als bijna afgestudeerd student, medewerker van Koksma en organiseert en beheert nu een omvangrijk archief van Kythira over de jaren zestig, de jaren van leegloop en de strijd om het eiland weer toekomst te geven. Zijn inspanning resulteerde in 2014 in een fraaie tentoonstelling met talrijke documenten, foto’s, “drawings, plans, personal scrapbooks, letters” zoals de redactie van het jaarlijkse blad Kythera enthousiast beschrijft. In deze uitgave schrijft Jean zelf ook artikelen over zijn Kythiriaanse jaren zestig. Hij vertelt mij een herinnering waaruit blijkt dat de onfeilbaarheid van “onderkoning” Koksma en die van bisschop Meletios wel eens botste.
Jean Bingen: “In 1962 werden voor de eerste groep stagiaires van de HTS Arnhem voor het Team Kythera vier studenten geselecteerd om in enkele dorpjes toezicht te houden op de uitvoering van waterleidingprojecten. Wij installeerden zelf de buizen en kregen daartoe in Nederland een goede voorbereiding. Bisschop Meletios, die goed Duits sprak, was voorzitter van een lokale Raad van Toezicht in Potamos en liet mij, Jean, bij zich roepen, ik was toevallig in de buurt. Hij stak mij zijn hand met naar boven gekeerde ring toe en ik, niet bekend met katholiek-kerkelijke gebruiken, schudde die hand vriendelijk en krachtig.
De dringende vraag van de bisschop om een extra verbinding te maken wees ik onmiddellijk af, want wij mochten geen huisaansluitingen maken. De bisschop liet niets merken maar “s avonds werd Koksma door hem in Hora op het matje geroepen en kreeg er flink van langs: die Jean had zich onmogelijk gedragen. Hem, de bisschop iets weigeren, was onbestaanbaar. Jurjen verweerde zich dat ‘zijne eminentie’ dat natuurlijk niet aan de student had moeten vragen maar aan hem en dat hij het verzoek in welwillende overweging zou nemen.”
Albert Blok en Anita Snippe
Albert Blok en Anita Snippe, nu veertigers, verlegden in 2005 hun grens van Noord-Nederland naar Kythira om daar een nieuw bestaan op te bouwen onder het motto “avontuur vind je niet op een kantoorbureau maar liefst wat verderop”. Ik zoek hen op in hun B&B bij Aroniadika. Anita holt me levenslustig tegemoet. Ze oogt als het overwinningsbeeld dat de Fransen eens op Samothraki vonden en naar Parijs ontvoerden. Ik noem haar direct de Nike van Kythira en heb bij de lunch nog een drietal vragen die niet op de website staan.
Waarom juist Kythira?
Anita: “Louter toeval. Emigreren is het verwezenlijken van een droom, en onze droom was: wonen op een berg met uitzicht op zee. Albert prikte blindelings met zijn vinger op de landkaart, en zo werd het Kythira. We gingen er eerst op vakantie naartoe. Het eiland stal ons hart en sinds 2008 wonen we er permanent.”
Waarom een B&B? En hoe?
Anita: “Het toerisme levert de belangrijkste verdienste van het eiland op en we moeten in ons onderhoud voorzien. We hebben nog nooit zo hard gewerkt voor relatief zo weinig geld. Tien maanden van het jaar hebben we gasten in onze vier appartementen, en zijn we zeven lange dagen per week bezig. We runnen dan een groot gezin. Van dit werk zullen we nooit rijk worden, maar dat was ook niet de bedoeling. Het brengt ons een kleurrijk en waardevol leven.”
Hoe is jullie relatie met de Griekse bevolking?
Anita: “In Griekenland hoor je Grieks te spreken. Dat gaat ons, na enkele jaren, begripvol af. De buren houden ons op de hoogte van de laatste roddels en als er iemand is overleden of gedoopt wordt, mogen we de plechtigheid niet missen. De eilanders houden van het goede leven en op de plaatselijke feestjes zijn we erbij. Het blijft natuurlijk Griekenland dus niet alles gaat van een leien dakje, maar dat is goed voor de uitdaging. Nu, na tien jaar, is Kythira voor ons nog steeds de droom die werkelijkheid is geworden.”