Karpathos rust, ruimte en ontspanning

15 september 2010 Bas Wanrooij

De eilanden van de Dodekanesos zijn zeer populair onder vakantiegangers. Met name Kos en Rhodos trekken jaarlijks massa’s toeristen vanuit de hele wereld, die zich daar op talloze manieren kunnen vermaken. Op Karpathos, in de zuidwesthoek van de eilandengroep, laten ze deze drukte graag aan zich voorbijgaan. ‘Wij koesteren de luwte’, is de algemene tendens op het eiland. En gelijk hebben ze.

Als we begin mei op Karpathos aankomen, blijken we de eerste vlucht vanuit Nederland te hebben gehad. Diezelfde week landt er ook nog een vliegtuig uit Oostenrijk, maar dat is het dan wel. De weken daarna verandert dat beeld nauwelijks: af en toe een vlucht uit Amsterdam, Wenen of Scandinavië en verder eigenlijk niets. Het hoogseizoen op Karpathos is dan ook maar kort. In juli en augustus komen de Italianen en de Grieken van het vasteland en daarmee hebben we de belangrijkste toeristengroepen gehad.

Op het eerste oog is dat niet zo heel vreemd. Karpathos heeft geen attracties waarmee je de massa trekt: geen bijzondere musea, uitgaanscentra of écht unieke natuur bijvoorbeeld. Wie even verder kijkt, ziet echter al snel een aaneenschakeling van kleine pareltjes: ruim 90 intieme strandjes, enkele schilderachtige bergdorpjes en talloze vergezichten vanaf de steile wanden van de bergkam die van noord naar zuid over het eiland ligt.

Nieuwe landschappen

We verkennen in de week die we hebben vooral het zuiden en het midden van het eiland. Het uiterste zuiden kan ons met zijn kale laagvlakte niet erg bekoren, maar als we noordelijker komen, wordt de omgeving al snel gevarieerder en steeds mooier. Vooral het ruige gebied rond de Kali Limni (met zijn 1215 meter de hoogste top) en de grillige kustlijn bieden telkens weer nieuwe landschappen en verrassende vergezichten. Ook de blik vanaf de hellingen op de talloze strandjes en hun azuurblauwe water maakt indruk, keer op keer.
Hoewel het eiland niet al te groot is – vijftig kilometer lang en gemiddeld tien kilometer breed – kunnen we eindeloos rond blijven rijden zonder in herhaling te vallen. Opvallend daarbij is dat we bijna overal ‘alleen’ zijn. Verkeer komen we nauwelijks tegen en de vele strandjes die we bezoeken worden steevast door slechts een handvol toeristen bezocht. Alleen in de hoofdstad Pigadia is het wat drukker, maar zelfs in het toch drukbezochte centrum en het haventje overheerst de kalmte.

Gastvrij

Het natuurschoon is echter maar de helft van het verhaal van Karpathos. De andere helft is de bevolking. Overal waar we komen – hotels, restaurants, winkels – wordt snel duidelijk dat ‘de familie’ hier nog centraal staat. Dat is merkbaar de reden dat we steeds weer zo gastvrij ontvangen en geholpen worden: je hebt bijna overal te maken met de eigenaar van de zaak – of vrouw en kinderen – en niet met een manager of franchisenemer.
Als we ’s avonds laat met autopech hoog op een van de berghellingen staan, bellen we met het restaurant waar we zojuist gegeten hebben. Daar regelen ze dat we direct geholpen worden. Als we besluiten de auto een dag langer te huren dan gepland, reageert de verhuurder met de mededeling dat hij niet op een dag kijkt. En als we de eigenaar van ons hotel vragen waar we het beste kunnen gaan eten, reserveert hij voor ons meteen bij een leuk restaurant. Overal maken ze tijd voor een gesprekje, een grap óf een uitgebreide verhandeling over het eiland en zijn toekomst.

identiteit behouden

Veel van de mensen die we spreken zijn zich namelijk bewust van de tweesprong waarvoor Karpathos staat. Op het eiland waar veertig kamers in een hotel al veel is, hebben investeerders inmiddels twee grotere hotels gebouwd. En dat is als een schop tegen het zere been van veel van de bewoners. Enerzijds kunnen ze de inkomsten prima gebruiken, maar anderzijds koesteren ze hun aangename, bescheiden leefklimaat en het soort toerisme dat dat met zich meebrengt.
Juist de jongere generatie, die vaak veel gereisd heeft, maakt zich momenteel hard voor de eigen identiteit en de authenticiteit van Karpathos. Velen van hen zijn in het buitenland opgegroeid (zie kader) en weten wat de wereld te bieden heeft, en dus wat Karpathos zo bijzonder maakt.
Zo houdt de eigenaar van ons hotel bewust zijn ‘Griekse tempo’ aan, kiest de ondernemer met het kleine strandpaviljoen voor een beperkt aantal ligbedden en horen we keer op keer dat ze op Karpathos per se niet willen dat er een vliegtuig met Engelse jongeren op hun eiland landt. Ze snappen dat de kleinschaligheid en gastvrijheid juist een kracht zijn, iets waarmee Karpathos zich onderscheidt.

Kunst

En nee, die gastvrijheid hier is niet gespeeld. Ze maakt deel uit van een eiland waar kleinschaligheid in alle facetten tot kunst is verheven: in de natuur, in de economie en in de manier waarop mensen met elkaar omgaan. Dat maakt van Karpathos een eiland waaraan het massatoerisme vooral voorbij moet gaan, ook al moeten de bewoners het van dat toerisme hebben. De bezoeker die houdt van mooie natuur, vriendelijke mensen, wandelen, rust en ruimte zal hen daar tot in lengte van jaren dankbaar voor blijven.

Internationaal karakter, ondernemende geest

Dankzij de economische malaise op Karpathos kwam er in de jaren vijftig een enorme emigratiestroom op gang. De bewoners vertrokken en masse (de getallen variëren van 70 tot 90%!) naar alle uithoeken van de wereld, met name naar de Verenigde Staten, Canada en Australië. Daar bouwden zij een nieuw bestaan op, in vele gevallen als succesvol ondernemer. Met het geld dat zij – en later hun kinderen – naar Karpathos stuurden, konden de achterblijvers het uitzingen.
De band met het eiland is in de meeste gevallen blijven bestaan. Vele families keren in de zomermaanden nog altijd terug naar het eiland en hebben er inmiddels –doorgaans grote – huizen laten bouwen. Vaak investeren ze bovendien nog altijd in het eiland, vooral in het toerisme. Daarom kent Karpathos bijvoorbeeld nogal wat bedrijven die auto’s en scooters verhuren: de ouders schaffen de voertuigen aan, zodat de kinderen zonder schuldenlast hun bedrijf kunnen beginnen. De eigenaar van Euromoto – waar wij onze auto huurden – vindt dat enerzijds wel een mooi, sociaal mechanisme. Van de andere kant heeft hij zijn zaak opgebouwd met eigen geld en moet hij opboksen tegen gesponsorde collega’s. Het belangrijkste is echter, zo stelt hij, dat Karpathos dankzij zijn internationale achtergrond en ondernemende geest meegaat in de vaart der volkeren en niet zal indutten, zoals vele andere Griekse eilanden.

Hoe is het echte Olympos

In het noorden van Karpathos, geheel geïsoleerd, ligt Olympos, het bekendste dorpje van het eiland. Het dorp dankt deze status aan het feit dat de tijd er stil heeft gestaan, maar ook aan de matriarchale samenleving die er – grotendeels – stand heeft gehouden.
Olympos werd vanaf 1420 gebouwd tegen een landinwaarts gerichte bergwand, zodat het vanaf zee niet door piraten te zien was. Dankzij deze geïsoleerde ligging heeft het dorp zijn authenticiteit behouden. De inwoners beschikken de laatste decennia weliswaar over stromend water en elektriciteit, maar verder is een bezoek aan Olympos in alle opzichten een stap terug in de tijd: de bewoners lopen in klederdracht, de vrouwen bakken er broden in grote buitenovens en de meeste woningen doen middeleeuws aan. Hoe stil moet het hier zijn als er geen toeristen komen…
Op het moment dat de volgepakte toeristenbus vanuit Diafani arriveert, openbaart zich echter iets wat op een instant-openluchtmuseum lijkt. De route van de gids lijkt bepaald door de afspraken die zij – ongetwijfeld te goeder trouw – met de eigenaressen van diverse winkeltjes en eetgelegenheden heeft; onder lichte dwang worden de dagjesmensen zelfs keurig over de twee dorpstaveernes verdeeld. Ondertussen zetten de inwoonsters – mannen zijn er nauwelijks te zien – hun beste beentje voor om hun waar aan te prijzen, daarbij gesteund door de gids die vertelt wat je waar moet kopen. Hoe authentiek de werkelijkheid ook is, het bezoek roept het beeld op van een attractie. ‘Hoe echt is dit?’, vraag je je onmiddellijk af.
Toch doe je daarmee de inwoners tekort. Zij hebben de inkomsten hard nodig om hun bestaan vol te houden, in dit verlaten deel van het eiland. Als de bus na een paar uur is vertrokken, keert de rust er onmiddellijk weer. De klederdracht blijft aan, de broden gaan gewoon weer de ovens in en de mannen blijven teruggetrokken in de middeleeuwse woningen zitten. Olympos is écht en heeft de deur naar de moderne tijd op een kiertje gezet, maar moet die deur vooral niet te ver open (laten) zetten.